Thema’s

De beweging naar meer leefplezier in de zorg heeft een oorsprong binnen de zorgethiek. We zien de leefplezier-benadering dan ook als een interactief en relationeel proces waarin medewerkers, bewoners en naasten voortdurend met elkaar afstemmen over de te bieden zorg en ondersteuning. Dit betekent dat de (samenwerkings)relatie tussen de verschillende betrokkenen van groot belang is voor de totstandkoming van zorg gericht op leefplezier én dat de manier waarop goede zorg tot uiting komt kan verschillen per relatie. Het betekent ook dat leefplezier in de zorg niet alleen gaat over het welbevinden van bewoners, maar ook over het welbevinden van de naasten en medewerkers die hen omringen. Bovendien spelen er in de dagelijkse praktijk grote en kleine dilemma’s en is het van belang om in dialoog te blijven leren en verbeteren.

Al deze noties maken dat zorg gericht op leefplezier complex is. Bovendien gaat zorg gericht op leefplezier over denken én doen. De leefplezier-benadering, met aandacht voor theorie en praktijk, biedt zorgorganisaties en hun medewerkers handvatten om aan de slag te gaan met leefplezier voor bewoners, werkplezier van medewerkers, het betrekken van naasten en leren en verbeteren.

1. Leefplezier voor bewoners

Zorg gericht op leefplezier gaat over het creëren van kansen voor mensen om de persoon te kunnen zijn die ze willen zijn en om de dingen te kunnen doen die ze belangrijk vinden, samen met de mensen die voor hen belangrijk zijn. Leefplezier voor bewoners gaat nadrukkelijk niet alleen over het bijdragen aan positieve ervaringen, maar ook over het hebben van aandacht voor negatieve emoties.

De leefplezier-benadering wil bijdragen aan het leefplezier van bewoners aan de hand van vier elementen:

  1. Kennen van de bewoner
  2. Bijdragen aan leefplezier
  3. Omgaan met dilemma’s
  4. Leren van ervaringen

Lees hier meer over de theorie en praktijk van de leefplezier-benadering.

2. Werkplezier voor medewerkers

Voor leefplezier in de zorg is het werkplezier van medewerkers van groot belang. In onze projecten ervaren we dat de ruimte die medewerkers in de leefplezier-benadering krijgen om zorg vanuit het hart te bieden, bijdraagt aan hun werkplezier. En dat dit werkplezier vervolgens weer bijdraagt aan meer leefplezier voor bewoners. Dit is goed nieuws, maar het betekent niet dat de focus op het leefplezier van bewoners voldoende is om het werkplezier van medewerkers hoog te houden.

Waar het voor het leefplezier van bewoners belangrijk is dat medewerkers de wensen en verlangens van bewoners leren kennen, is het voor het werkplezier van medewerkers belangrijk dat de leidinggevenden de wensen en verlangens van hun medewerkers leren kennen, en collega’s elkaars wensen. Dit vraagt enerzijds dat medewerkers hun eigen wensen en verlangens kennen en kenbaar maken en anderzijds dat leidinggevenden de wensen en verlangens van hun medewerkers op de agenda zetten en uitvragen. Eén van onze trainers schreef er de blog ‘In kringen rondom de bewoner’ over.

3. Betrekken van naasten

Naasten – familie, vrienden of belangrijke anderen – zijn essentieel voor het leefplezier van bewoners. Het betrekken van naasten bij de zorg en ondersteuning van bewoners en het hebben van aandacht voor de (veranderende) relatie tussen bewoners en naasten is dan ook (voor beiden) van groot belang. Allereerst, omdat betekenisvolle relaties voor ieder mens een belangrijke bron van welbevinden zijn. Ten tweede, omdat naasten vaak graag een rol spelen in de informatievoorziening en de invulling van behoeften, wensen en verlangens rondom de zorg en ondersteuning.

In onze projecten hebben we ervaren dat het verdiepen van de relaties in de driehoek medewerker-bewoner-naasten niet alleen impact heeft op het wederzijds begrip en het leren kennen van elkaars behoeften en verlangens, maar ook kan leiden tot een andere rol- en taakverdeling waarbij bewoners en naasten meer eigen regie kunnen houden en de zorg meer samen verleend wordt.

In het project Samen werken aan liefdevolle zorg onderzoeken we hoe medewerkers, bewoners en naasten de samenwerkings(relatie) in het verpleeghuis ervaren en op welke manieren deze kan worden geoptimaliseerd.

4. Leren en verbeteren

Naast informatie die we in maat en getal kunnen rapporteren, zoals medicatieveiligheid, decubituspreventie, aandacht voor eten en drinken en cliënttevredenheid, zijn diverse betrokkenen in de langdurige zorg overtuigd van het belang van het ervaren welbevinden van bewoners, naasten en medewerkers voor het in kaart brengen van kwaliteit van zorg. Deze vorm van kwaliteit zit verborgen in de verhalen (narratieven) van deze mensen over hun ervaringen. Deze ervaringen bieden inzicht in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit en aanknopingspunten om te leren en verbeteren.

In de projecten over de leefplezier-benadering is de basis gelegd voor het werken met ervaringen ten behoeve van de zorg en ondersteuning en leren en verbeteren. We hebben in deze projecten geleerd dat het delen van ervaringen rondom de zorg en ondersteuning de beweging naar meer aandacht voor leefplezier kan versterken en dat het bij kan dragen aan de borging van de leefplezier-benadering. 

Ook het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg 2021 onderschrijft het belang van persoonlijke ervaringen van medewerkers, bewoners en naasten voor kwaliteitsverbetering, maar het document beschrijft niet hoe we dit moeten doen. In het project Narratieve verantwoording in de praktijk (2020-2022) zijn we daarom aan de slag gegaan met de ontwikkeling van een methode om de kwaliteit van persoonsgerichte zorg inzichtelijk te maken en te verbeteren aan de hand van de persoonlijke ervaringen van de mensen om wie het in de verpleeghuiszorg vooral draait: medewerkers, bewoners en hun naasten.