Actieonderzoek van Leefplezierplan op locatie

Actieonderzoek Leefplezierplan op locatie

De leefplezier-benadering werd van juni 2019 tot eind 2021 ingevoerd op locatie Den Es van Azora en locatie Vita van Zorggroep Elde Maasduinen. De invoering werd door Leyden Academy begeleid middels een participatief actieonderzoek. In een stuurgroep werden de gevolgen van de leefplezier-benadering voor de verantwoording tussen zorgorganisaties en systeempartijen onderzocht.

Binnen het actieonderzoek hebben we verschillende methodes toegepast. Allereerst hebben de verschillende betrokkenen in het project al doende samen geleerd hoe de leefplezier-benadering kan worden geïmplementeerd. Ten tweede hebben diverse medewerkers van de locaties en Leyden Academy aan het eind van het traject gezamenlijk gereflecteerd op hoe dat is gegaan. Ten derde zijn medewerkers, bewoners en naasten betrokken geweest bij het onderzoek naar de impact van de implementatie, door hun percepties en ervaringen te delen bij aanvang en aan het eind van het project. Ten vierde hebben de leden van de stuurgroep aan de hand van voorbeelden uit de praktijk met elkaar gediscussieerd over mogelijke aanpassingen van werkwijzen rondom inkoop en toezicht.

In het onderzoek kozen we voor kwalitatieve methoden, omdat deze aansluiten bij de narratieve manier van werken, die in de leefplezier-benadering centraal staat. De methoden die we gebruikten leiden daarmee niet tot meetbare, controleerbare en vergelijkbare resultaten, maar geven ruimte aan persoonlijke ervaringen, dialoog en context specifieke output.

Samen onderzoekend leren

Leyden Academy begeleidde de implementatie in dit project middels een participatief actieonderzoek. Hierin leerden verschillende betrokkenen al doende samen in het project:

  • De medewerkers van de locaties en de trainers van Leyden Academy hebben gedurende het proces samen geleerd over hoe de leefplezier-benadering het beste getraind kan worden.
  • De medewerkers en de trainers hebben gedurende het proces samen geleerd over de doorontwikkeling van de leefplezier-benadering.
  • De medewerkers reflecteerden in het proces samen met hun collega’s, bewoners en naasten over hoe je in de zorg en ondersteuning leefplezier en de relatie centraal kunt stellen.
  • De inspiratoren en leefpleziercoaches en de trainers dachten continu samen na over wat ervoor nodig is om collega’s die niet getraind zijn mee te nemen en te activeren in de leefplezier-benadering.
  • De multidisciplinaire werkgroepen kwamen regelmatig bij elkaar om samen met Leyden Academy te achterhalen wat (niet) werkt in de implementatie van de leefplezier-benadering.
  • De regiomanager en manager WWZ leerden al doende samen met Leyden Academy wat (niet) werkt in de implementatie van de leefplezier-benadering.

Reflectie op implementatie

Voor de reflectie op de implementatie van de leefplezier-benadering hebben we gebruik gemaakt van de ‘river of life’ methode. In deze methode staat de metafoor van een rivier centraal als een startpunt van reflectie. In diverse focusgroepen werd teruggeblikt op de hoogte- en dieptepunten in het implementatieproces en werden geleerde lessen geformuleerd. In de focusgroepen participeerden medewerkers, inspiratoren/leefpleziercoaches, behandelaren, ICT-deskundigen, teammanagers/ kwaliteitsverpleegkundigen, de regiomanager/manager WWZ en bestuurders.

In negen sessies in het najaar van 2021 is het proces van de implementatie van de leefplezier-benadering onderzocht. In deze sessies die 75 tot 120 minuten duurden en op de twee locaties zijn uitgevoerd, is teruggeblikt op wat de hoogte- en dieptepunten waren in het implementatieproces, en welke lessen we hieruit leren. In totaal is gesproken met vijf medewerkers zorg en welzijn, drie inspiratoren/leefpleziercoaches, drie behandelaren, twee ICT-deskundigen, vijf leidinggevenden en twee bestuurders.

Verhalen van verandering

Voor het evalueren van de impact van de implementatie van de leefplezier-benadering hebben we gebruikt gemaakt van een combinatie van de methoden ‘participatieve video’ en ‘most significant change’. Aan de hand van deze methoden hebben we verhalen over ervaren ‘veranderingen in zorg en ondersteuning’ en de impact daarvan op het leefplezier van bewoners van Den Es en Vita onderzocht, en in (video)beeld gebracht. Bij de start was het doel om de huidige en gewenste situatie in beeld te brengen. Aan het einde van het project werd aan de hand van betekenisvolle ervaringen van medewerkers, bewoners en naasten de impact van het project in kaart gebracht.

De startmeting biedt inzicht in het ‘vertrekpunt’ van het project: hoe is de situatie nu met betrekking tot de zorg en ondersteuning en het leefplezier van de bewoners? Wat gaat er goed, wat kan er beter? Tijdens de startmeting werden zowel geobserveerde veranderingen tot nu toe, als gewenste veranderingen verzameld. Het documenteren van (gewenste) betekenisvolle veranderingen draagt bij aan het beeld van wat er in de huidige situatie goed gaat – en wat die mogelijkheden creëert – alsook waar de verschillende groepen tegenaan lopen met betrekking tot de zorg en ondersteuning en de impact daarvan op het leefplezier van de bewoners.

Aan de startmeting deden medewerkers, bewoners, naasten, leidinggevenden en bestuurders mee. Deelnemers deelden hun verhalen van verandering in individuele interviews (bewoners) en interactieve focusgroepen (naasten en medewerkers). Hieruit werden vervolgens de meeste betekenisvolle verhalen geselecteerd en samen met de groepen deelnemers in film vertaald. De films dienden als input voor een dialoog met leidinggevenden en bestuurders over de implementatie van de leefplezier-benadering en de betekenisvolle veranderingen die nodig zijn om leefplezier te bewerkstelligen op de locaties.

De eindmeting biedt inzicht in de impact van het project door een vergelijking te maken tussen de start- en eindsituatie: wat heeft het project opgeleverd met betrekking tot de zorg en ondersteuning en het leefplezier van bewoners? Ook tijdens de eindmeting deelden medewerkers, bewoners en naasten de door hun geobserveerde betekenisvolle veranderingen. Bewoners deden dit in individuele interviews, medewerkers en naasten in interactieve focusgroepen. De verhalen werden vervolgens besproken in een interactieve focusgroep met medewerkers, behandelaren, leidinggevenden en bestuurders.

Onderzoek stuurgroep

In een stuurgroep zijn de partijen betrokken bij inkoop, verantwoording en toezicht bij elkaar gebracht: zorgorganisaties Azora en ZGEM, zorgkantoren Menzis en VGZ, het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en het Zorginstituut Nederland. Samen zijn zij in gesprek gegaan over de volgende vragen:

  1. Op welke wijze kunnen toezichthouders en inkopers een beeld krijgen van de kwaliteit van persoonsgerichte zorg waarin de verhalen en het leefplezier van de bewoner centraal staan?
  2. Welke verantwoordingsregels zijn (niet) passend bij de visie vanuit de leefplezierplan-benadering?

Meer technisch geformuleerd: hoe kan het normatieve verantwoordingskader, met een focus op normen, regels en cijfers, worden verkleind en het narratieve kader, met een focus op het individu, vertrouwen en narratieven, worden vergroot? Begin 2021 is besloten de focus te leggen op het verkleinen van het normatieve verantwoordingskader, gezien de beperkte resterende tijd en het feit dat in andere projecten ook naar methoden voor narratieve verantwoording onderzoek wordt gedaan.

Alle leden van de stuurgroep hebben hun ervaringen met de verantwoording van zorg gedeeld in de vergaderingen, maar ook tussendoor, in verschillende gesprekken met de facilitator van Leyden Academy. De ervaringen werden tijdens de vergaderingen tegen het licht gehouden: sluiten de verantwoordingsregels en onderliggende principes aan bij de leefplezier-benadering of zijn ze ermee in strijd?

Daarnaast heeft de stuurgroep in een workshop geleerd van externe expertise op het gebied van inkoop en toezicht en is er geleerd van de bevindingen die opgedaan zijn in de beweging ‘Radicale vernieuwing zorg’ [link]. Vervolgens hebben de zorgorganisaties voorstellen gedaan voor het verkleinen van het normatieve kader, maar ook voor het zichtbaar maken van leefplezier.

Met de einddatum in zicht is het onderzoek naar de verantwoording tussen organisaties nog niet afgerond, omdat de gewenste manier van verantwoorden nog niet is uitgeprobeerd. Wel zijn de discussiepunten en dilemma’s in kaart gebracht die onderweg naar boven zijn gekomen en is er een plan geformuleerd om er daadwerkelijk mee aan de slag te gaan.